The Decorators | Tablets

Releasejaar: 1982  Label: Red Flame  Land: UK

the-decorators-tablets-1982

Afspeelbron: vinyl LP, Red Flame (RF 1), 1982, UK

The Decorators was een Engels bandje, opgericht in 1979 in Acton, West London. Ze hebben maar een jaar of vijf bestaan en dit is hun enige langspeler. Ze hebben nog een mini-album (‘Rebel Songs’) en enkele singles uitgebracht.

Hoewel het allemaal niet heel erg new wave of post-punk klinkt, mag deze plaat daar toch wel onder geplaatst worden, vind ik. De muziek is een mix van funk, (indie-)rock en ballad-achtige nummers. Het lijkt er eigenlijk op dat deze band gewoon heel eigenwijs de muziek speelt die ze leuk vindt en dat maakt het een leuke afwisselende plaat, die niet vastgeroest zit aan één stijl. De zanger heeft een stem die ergens tussen die van Richard Butler (The Psychedelic Furs), Lou Reed en Lloyd Cole inhangt en daarmee het eigenzinnige stemgeluid dat prima past bij de muziek.

De albumopener, ‘Strange One’, is een nummer met een lekkere funky inslag, dat qua ritme wat doet denken aan ‘Life in the Gladhouse’ van Modern English. Het is in elk geval direct duidelijk dat we hier te maken hebben met een aantal prima muzikanten, waarbij de bassist en de drummer er uitspringen door de prominente rol die ze hier innemen. Dit nummer is als enige van deze plaat op single uitgebracht.

Wat ook opvallend is op deze plaat is de saxofoon die overal doorheen dwarrelt. Dan weer op de voorgrond, dan weer meer ondersteunend, maar altijd wel aanwezig. Ook piano is hier en daar van de partij. In ‘We Know It’ resulteert dat zelfs in een wat blues-rock-achtige sound.

‘Hidden Hands’ is een echte ballad en ‘Headlights’ een vrij onopvallend indie-rock nummer. Het nummer dat op de A kant naar mijn idee boven de rest uitsteekt is ‘Absent Friends’. We horen een drumgeluid dat bij new wave en post-punk gangbaar is, maar het geheel is toch net weer even anders dan wat we gewend zijn, met name ook door het melodieuze van de saxofoon. De fijne drive houdt het geheel tot het einde toe goed in stand. ‘Red Sky Over Wembley’, de afsluiter van de A kant, geeft me een beetje een Echo & The Bunnymen-gevoel, al kan ik niet eens goed plaatsen waarom.

De B kant begint met de fijne ballad ‘American Ways’ om daarna in het vlotte funky nummer ‘Half World’ terecht te komen, dat niet alleen goed gevuld zit met freaky basspel, maar ook de saxofonist gaat even goed los. Ook ‘Without You’ is een heel aardig ballad-achtig nummer, waarin ook een rol is weggelegd voor een orgeltje. ‘We Know It Part Two’ is een wat rauwer nummer. Even los van de saxofoon doet het me wel wat aan Velvet Underground denken. De afsluiter, ‘Curious’, is een wat slepend nummer, dat voor een groot deel wordt gedragen door de saxofoon en een rauw zanggeluid.

Hoewel we het hier natuurlijk niet over een new wave-klassieker hebben, is dit alles bij elkaar toch best een leuke plaat die na een aantal draaibeurten ook in staat is te groeien. De productie was in handen van Rob Keyloch, die onder meer heeft gewerkt met Department S en The Meteors. Mixing engineer op deze plaat is Neil Richmond, die met onder meer Kissing The Pink en Seventh Wave heeft gewerkt.

Luister signature song: Absent Friends

The Wake | Harmony

Releasejaar: 1982  Label: Factory  Land: UK

The Wake - Harmony (1982)

Afspeelbron: vinyl LP, Factory (FACT 60), 1982, UK

The Wake is een Schotse band (Glasgow) die ik leerde kennen nadat ik Joy Division had leren kennen. Het is tenslotte ook een band op Factory Records. In de credits van Harmony staat ook een belangrijke naam. Chris Nagle is namelijk zowel engineer als producer op deze plaat en eerstgenoemde was hij onder andere ook op Unknown Pleasures. Deze man heeft veel samengewerkt met Martin Hannett, de man achter de inmiddels beroemde Joy Division-sound. Factory en Chris Nagle zijn dus namen die enigszins verwachtingen scheppen.

Harmony bevat slechts 7 nummers, duurt ongeveer een half uur en is daarmee eigenlijk een mini-album. De plaat start met ‘Judas’ met een nummer dat direct de toon zet. Het statische bas- en drumgeluid, een ernstig klinkende synth en vrij eentonige donkere zang, het is wat past bij Factory. Je hoort natuurlijk de invloeden van Martin Hannett en Joy Division in deze muziek. En ook New Order klinkt erin door. Een jaar eerder was Chris Nagle ook engineer op hun album Movement.

Voor wie van deze sound houdt is het al snel smullen geblazen, maar het gevaar is aanwezig dat een band daardoor wordt weggezet als een slap aftreksel van voornoemde bands. In het geval van deze plaat zouden we The Wake daarmee ernstig tekort doen. De hypnotiserende klanken van een nummer als ‘Patrol’ maken het wat mij betreft een klassieker in het genre. Je kunt je met gemak een dansvloer vol vaag uitziende en dansende mensen voorstellen, die hierop helemaal los gaan. Ik zou daar maar al te graag tussen staan, net als op die gouden avonden van weleer in de Baroeg (Rotterdam).

Dit is wat dit album te bieden heeft: een lekker Factory-geluid, donkere sferen en een hoog dansbaarheidsgehalte. Soms misschien wat eentonig, mede door de vrij vlakke zang, maar vervelend vind ik het nergens. Daar komt bij dat deze plaat naar een gigantisch hoogtepunt toewerkt. Het laatste nummer ‘An Immaculate Conception’ is namelijk een van mijn all-time favorite new wave-nummers. De prachtige opbouw in spanning om vervolgens los te gaan in een geweldige climax, waarin synth, gitaar, drums en bas het nummer de lucht in tillen en je als luisteraar daarin volledig meenemen, maakt dat ik dit nummer gerust zou kunnen noemen als je me zou vragen om een prototype new wave-nummer. Dit is wat je noemt een finale, een terechte albumafsluiter, die je zo verloren achterlaat dat je nog maar twee dingen kunt doen: verbijsterd in stilte  je ervaring verwerken of het nummer direct opnieuw opzetten.

Luister signature song: An Immaculate Conception