Allez Allez | African Queen

Releasejaar: 1981  Label: Scalp Records  Land: België

Allez Allez - African Queen (1981)

Afspeelbron: vinyl EP, Scalp Records (1A 032 64674 Z), 1981, Holland

Allez Allez was een Belgische band die funky new wave maakte. Ze brachten in hun korte bestaan een EP, een LP en een aantal singles uit.

African Queen is hun zelfgeproduceerde debuut EP (of mini-album) uit 1981. De A kant van het vinyl wordt gevuld door 3 ritmische funky nummers. De eerste vergelijking die in me op komt qua sound is Talking Heads, maar dan aangevuld met saxofoon. Helaas vind ik de nummers geen van drieën onderscheidend of eruit springen. Het groove’t allemaal prima door en met je verstand op nul op de dansvloer zou dat best zijn effect kunnen hebben, maar om zo naar te luisteren heeft het voor mij te weinig te bieden. De zangeres maakt het er ook niet beter op. Het is voornamelijk praatzang (soort rappen dat me doet denken aan ‘Hey you the rock steady crew…’) en wat kreten, wat me allemaal weinig doet.

Waarom dan toch een review van deze EP? Dat komt door de B kant van deze plaat. Daar staan slechts twee nummers op, maar beide worden door een groepje mensen (al zijn dat voornamelijk Belgen) als cult-klassiekers gezien.

Het nummer Allez Allez is lekker opzwepend en heeft duidelijk meer inhoud dan de drie nummers op de A kant. Hier niet alleen doorgaande funky ritmes en basjes, maar wat meer afwisseling en natuurlijk de breaks waarin je volmondig mee kan zingen “Allez allez, allez allez…”.

African Queen (Pour La Grace) doet al direct sterk denken aan Grace Jones, met name de zang. Niet geheel toevallig, want het is dan ook een ode aan deze excentrieke dame van Jamaicaanse afkomst. Het is een wat trager nummer met percussie (al of niet uit een elektrisch apparaat) en een lekkere bass groove, die zwoel aanvoelt. Afrikaans gebrabbel en oerwoudgeluiden doen bijna ongepast aan, maar die nemen we maar voor lief. Tenslotte was het 1981. 😉

Al met al is dit een plaat die voor de B kant wel leuk is om te hebben, maar wel enigszins teleurstelt door de matige A kant, al kan die op zijn tijd wel lekker zijn hoor.

Luister signature song:  Allez Allez

 

Whispering Sons | Endless Party

Releasejaar: 2015 Label: Wool-E Tapes Land: België

Whispering Sons - Endless Party (2015)

Afspeelbron: vinyl LP, Minimal Maximal (MM017), 2017, België

De Belgische band Whisperings Sons bestaat sinds 2013. Vier studenten (Kobe Lijnen, Lander Paesen, Sander Pelsmaekers en Sander Hermans), die samen veelal covers speelden, zochten nog een zanger of zangeres en vonden die in Fenne Kuppens. Fenne was eigenlijk niet bekend met de muziek die de vier muzikanten zo beïnvloedde, maar wat ze speelden sprak haar wel enorm aan. Ze gingen met elkaar oefenen en een nummer dat ze graag samen speelden was Whisperings Sons van de Deense band Moral. Zo was ook de bandnaam ontstaan. Met het schrijven van eigen nummers evalueerde het geluid van de band langzamerhand tot de eigen herkenbare sound die het nu heeft.

Ze hebben in 2014 een demootje met elkaar opgenomen met daarop vier nummers en in 2015 onder eigen beheer een mini-album (Endless Party) opgenomen en uitgebracht op cassette via Wool-E Tapes (en later ook op cd en vinyl). In 2015 deden ze mee met de studentenwedstrijd Rock Race, die ze ook direct wonnen. In 2016 besloten ze ook mee te doen met Humo’s Rock Rally. Eigenlijk hadden ze er geen enkele verwachting van, maar hoopten ze gewoon op die manier wat meer bekendheid te krijgen. Begonnen als underdog wonnen ze de wedstrijd met vlag en wimpel. De geldprijs van 10.000 euro die ze hiermee opstreken, steken ze onder meer in het professioneel opnemen van een album, dat we in het najaar van 2018 kunnen verwachten. Vooralsnog moeten we het nog even doen met dit mini-album en twee singles, waar overigens ook geweldige nummers op staan.

Je hoeft niet lang te twijfelen uit welke hoek deze band haar invloeden haalt als het nummer Shadow je speakers uit komt knallen (deze muziek komt op hoog volume nou eenmaal het best tot zijn recht). De gitaar roept bij mij direct de sfeer op van The Cure’s Last Dance. Gitarist Kobe Lijnen noemt dan ook niet voor niks Robert Smith als invloed op zijn gitaarspel. Als de zang invalt zal een ieder die deze band niet kent de zangstem wel opvallend vinden en denken dat die man wel een apart stemgeluid heeft. Dit is dus de donkere stem van Fenne Kuppens, beïnvloed door zangeressen als Nico (Velvet Underground) en Michelle Gurevich (Chinawoman). De combinatie van roffelende elektronische drums, het gitaargeluid en de synth geven het gevoel alsof je op golven gevormd door muziek drijft. Misschien is de zangstem er eentje die je moet liggen, maar als dat eenmaal zo is, geeft dat precies het stukje magie mee, dat nodig is om een band zich te doen afscheiden van de grijze massa. Dan weet je direct: deze band is iets bijzonders.

Midlife zuigt je mee in een draaikolk gevormd door het vlotte galmende gitaarloopje en de drums. Kuppens heeft zich met haar tekst duidelijk laten inspireren door de muziek. Er is geen ontsnappen aan als je eenmaal in deze spiraal zit: “This is how the party ends….. this is how it all ends.” Qua genre past dit gemakkelijk onder de gothic rock. Overigens muziek waar je ook helemaal los op kan gaan op de dansvloer. Bij live-optredens zie je Fenne Kuppens dat dan ook volledig doen.

Time begint met een mooie opbouw van bas en drum, die worden aangevuld door de gitaar en synth. Een instrumentale opening die zich ontvouwt tot een mooie melodieuze bloem, van waaruit de zangeres haar verslag doet over een worsteling van iemand die opgesloten lijkt te zitten in zijn/haar gedachtenwereld, waaruit vluchten onmogelijk lijkt. De band weet enorm goed dynamiek aan te brengen in het geheel, o.a. door de gitaar op de juiste momenten weg te laten, zoals wanneer de zang begint. Elkaar de ruimte geven en weten hoe je spanning opbouwt en een nummer tot een climax kan laten komen getuigen van ware klasse.

The Night neemt ons mee de nacht in, wat lijkt te staan voor een vlucht uit het dagelijkse bestaan, wat nooit oplevert wat je hoopt, maar je eerder weer in een leegte achter laat, zelfs zonder herinneringen.

In Insight wordt een dikke mist opgetrokken door de band, die een vette wall of sound creëert. Deze sleept zich voort terwijl de zangeres er doorheen waadt, happend naar adem, op zoek naar een plek om tot rust te komen: “No place to lay my head…”. Ook hier weer komt die innerlijke strijd duidelijk naar voren en smelten muziek, zang en tekst weer samen tot een moerasachtige massa waar je jezelf als luisteraar heerlijk in kan nestelen.

Met Wall heeft dit zeer geslaagde mini-album een pakkende afsluiter, die je doet verlangen naar meer. Hypnotiserend gitaarspel, bezwerende zang, een zwevende synth en alles aangedreven door de pulserende drum en bas. En die muur gaat er aan: You built your walls…. I’ll take them down”.

Als we hun EP uit 2014 als demo beschouwen (zelf doen ze dat ook), dan heeft Whispering Sons met dit mini-album een prachtig en indrukwekkend debuut afgeleverd. Op mij heeft de plaat zelfs een verslavende werking. Het is mijn meest gedraaide plaat van dit moment. Ik kijk dan ook werkelijk uit naar hun eerste langspeler. Zelf zeggen ze dat deze weer flink anders klinkt dan deze plaat. Hij zou meer afwisseling hebben in de songstructuren en er zou gebruik gemaakt worden van allerlei andere geluiden. Wat ze daar dan ook precies mee bedoelen weet ik ook niet, maar over een aantal maanden zullen we het weten. Live spelen ze sowieso al veel nummers die nog niet uitgebracht zijn en wat ik daarvan heb gehoord tijdens Wavefest III klonk in mijn oren fantastisch. Voor mij is het in elk geval duidelijk: deze band blijf ik op de voet volgen en alles wat ze uitbrengen wil ik op mijn draaitafel kunnen leggen.

Luister signature song: Wall