Güler | The Salt on Your Face

Releasejaar: 1987  Label: Akzidanz  Land: Holland

Güler - The Salt on Your Face (1987)

Afspeelbron: vinyl LP, Akzidanz (AKZI 5), 1987, Holland

Als je zoals ik interesse hebt in oude new wave & post-punk platen zou je denken dat je op een gegeven moment alle goede platen uit de jaren 80 in het genre wel gevonden zal hebben. Gelukkig gaat dat niet op. Er lijkt een onuitputtelijke bron van obscure 80’s new wave te bestaan. De sub-bron waar ik deze keer een voor mij onbekende juweel vond is het videokanaal van In Depth Music.

Güler is een band die slechts één album heeft uitgebracht. Het was een Nederlandse  band uit de Nijmeegse scene. De meeste bandleden speelden voorheen in andere bands in het genre. Zo speelde Hans Hermes in Das Wesen, Laszlo Panyigay in Mekanik Kommando en Ties van der Linden in Vice. Huub Dols, het vierde bandlid, zou later met de twee laatstgenoemde de band Ulanbator oprichten.

Dat er al flink wat ervaring in de band aanwezig was hoor je wel. Het zit allemaal heel goed in elkaar en is een solide album, geproduceerd door bandlid Panyigay. Hoewel de new wave in de tweede helft van de jaren 80 grotendeels was overgenomen door het meer gepolijste new romantic, heeft deze band eerder een sound die past bij de vroege jaren 80.

De opener hakt er direct flink in. ‘Kiss Me’ is een enigszins hysterisch uptempo nummer, dat direct duidelijk maakt dat dit geen muziek is om stil op te blijven zitten. In de muziek hoor ik gothic rock invloeden, beetje richting Bauhaus. Ook PIL schiet even door mijn hoofd, wat ook te maken zal hebben met de wat lijzige manier van zingen in dit nummer.

‘The Ravens’ heeft lekkere opzwepende ritmes, die zorgen voor een pakkende drive in het nummer. De combinatie met een gierend gitaargeluid, incl. rare fratsen en een bezwerende eentonige zang, maken het uitermate geschikt om de dansvloer te vullen met maf dansende wavefreaks.

Als ‘Gök’ begint moet ik steeds even een seconde denken aan ‘Wherever I May Roam’ van Metallica, al is het natuurlijk een compleet ander nummer. Het is net dat eerste stukje van het intro wat dit veroorzaakt, luister zelf maar, zou ik zeggen. De vrij donker getinte sound heeft iets mysterieus en zou gemakkelijk onder de noemer gothic rock geplaatst kunnen worden. Zeker ook de zang draagt daar aan bij, deze heeft een snufje Eldritch (Sisters of Mercy).

Het drumgeluid van ‘Little Boy’ is vast en zeker geïnspireerd door ‘She’s Lost Control’ van Joy Division, overigens lijkt het er verder absoluut niet op. Güler is zeker geen copycat. Af en toe herken je wat mogelijke invloeden, wat niet meer dan normaal is, hier bijvoorbeeld opnieuw Bauhaus. Alles bij elkaar is het een lekker opzwepend nummer.

‘Princess Parade’ heeft ook een beetje dat statische drumgeluid á la ‘She’s Lost Control’ en ik proef zelfs een vleugje Stranglers, maar dat zal voornamelijk komen door dat instrument waarvan ik de naam niet weet, een soort orgeltje dat noten vervormt, zoals The Stranglers gebruiken in Nice ‘N’ Sleazy. Of het hetzelfde instrument is weet ik niet zeker, Güler gebruikt het wat meer op de achtergrond. Samen met het freaky saxofoonspel krijgt het nummer iets chaotisch, al blijft het een goed georganiseerd geheel.

‘Men and Women’ vind ik het minste nummer van het album. Ik heb er niet veel over te zeggen, het is wel aardig, maar steekt wat saai af ten opzichte van de rest.

Er is dan ook nogal een contrast met het nummer dat volgt: ‘I Threw It Out’. Hier wordt een zalige vette sound neergezet. Donker en onheilspellend klinkt het. Misschien wel het beste van deze plaat, maar dat blijft smaak en de rest is ook gewoon heel anders. Denk bij dit nummer in de richting van ‘A Touching Display’ van Wire. Jawel, dit is het niveau en de sound waar Güler aardig bij in de buurt weet te komen.

Wat wil je nu nog horen na het vorige nummer? Het had een afsluiter kunnen zijn. Güler denkt daar anders over en gooit er nog een vage trip achteraan met het nummer ‘Thrilling Me’. Het is een beetje als de gelijknamige afsluiter van The Cure’s ‘Pornography’ album, maar dan wel wat minder duister. En zo komt deze mooie ontdekking ten einde. Een onbekende plaat van een buitengewone klasse, die nog vaak op mijn draaitafel zal liggen.

Luister signature song: The Ravens